Binnenstebuiten Praktijkonderwijs
In onze binnenkant zit namelijk heel veel verstopt: mooie en fijne dingen, maar ook minder prettige dingen. Soms komen die minder leuke dingen van binnen naar buiten, of soms blijven niet fijne gevoelens lang hangen.
Misschien voel je je daardoor soms ook niet fijn in de klas. Het is belangrijk dat iedereen zoveel mogelijk zichzelf kan zijn, thuis en op school. Daarom is het goed om erbij stil te staan wanneer dat wel of niet zo is. En om erover te praten met je klasgenoten. Het belangrijkste is dat je eerst je eigen binnenkant leert kennen en ook die van je klasgenoten. Als je elkaars binnenkant kent en daarover kunt praten, is het makkelijker om je fijner te voelen.
In stap 1 leer je welke woorden te maken hebben met de binnenkant en buitenkant van mensen en oefen je met de regels voor een goed gesprek.
In stap 2 onderzoek je hoe het zit met jouw gevoelens, 13 eigenschappen, vaardigheden en nog meer dingen die echt bij jou horen. Je leert ze te vertalen naar kernwoorden. Woorden die jou omschrijven dus.
In stap 3 maak je jouw binnenkant zichtbaar. Eerst voor jezelf, daarna voor anderen.
In stap 4 maken jullie de binnenkant van jullie klas zichtbaar.
In stap 5 houd je een logboek bij over de binnenkant van jouzelf en van de hele klas.