In de GGZ

Herstel

Het is bekend dat (zelf)stigma herstel in de weg zit. Maar wat bedoelen we eigenlijk met ‘herstel’? En wat is de relatie tussen stigma en herstel?

WAT IS HERSTEL?

Wanneer ben je hersteld? Dat is voor iedereen anders. Deze definitie wordt veel gehanteerd: “persoonlijke processen van mensen die, ondanks de vaak ingrijpende gevolgen van de psychische aandoening, hun leven weer proberen op te pakken”. (Anthony (1993).

Kenniscentrum Phrenos schrijft: “Herstel is in de ggz een relatief nieuw concept dat verwijst naar iets anders dan genezing van ziekte alleen. In een herstelproces wordt de persoonlijke balans hervonden na ervaringen van (heftige) psychische ontwrichting. Men groeit over de rampzalige gevolgen van een psychiatrische aandoening heen en ontdekt daarbij (verloren gewaande) mogelijkheden voor een vervullend leven met of zonder de psychische kwetsbaarheid. Mensen ontdekken dat zij alleen zélf betekenis kunnen geven aan hun psychische ervaringen. Een herstelproces is persoonlijk, uniek en verloopt nooit volgens een vooropgesteld plan. Het beslaat veel verschillende aspecten, waaronder het hervinden van hoop en een positief zelfbeeld, en het herwinnen van de eigen regie over een leven buiten de psychiatrie in een maatschappelijke omgeving.”

Hersteld zijn, is dus niet hetzelfde als genezen zijn. Herstel kan ook betekenen dat iemand zijn of haar kwetsbaarheid geaccepteerd heeft en een manier heeft gevonden om ermee om te gaan.

RELATIE TUSSEN STIGMA EN HERSTEL

Stigma kan herstel belemmeren. Het kan er bijvoorbeeld toe leiden dat iemand zijn klachten verbergt, minder snel hulp krijgt of zoekt of stopt met het volgen van therapie. (Zelf)stigma leidt tot minder zelfvertrouwen en empowerment.

Bovendien speelt stigma een rol bij het maatschappelijk herstel. Herstel kent drie dimensies die elkaar beïnvloeden: herstel van symptomen, maatschappelijk herstel en persoonlijk herstel. Maatschappelijk herstel is het herstel van het sociale en maatschappelijke functioneren en het ontwikkelen of hernemen van sociale en maatschappelijke rollen. Daarbij is de verbetering van de maatschappelijke positie van mensen met een psychische kwetsbaarheid van belang. Stigma, discriminatie en uitsluiting maakt het immers lastig om een sociale en maatschappelijke rol te vervullen.

HERSTELONDERSTEUNEND WERKEN = DESTIGMATISEREND WERKEN

Herstelondersteunende zorg is alle zorg die erop gericht is om iemands individuele herstelproces te bevorderen. De cliënt staat centraal en voert zelf de regie. Zijn of haar wensen, behoeften en mogelijkheden zijn het uitgangspunt, en daar laat je je behandeling en ondersteuning op aansluiten. Je kijkt dus op een andere manier naar mensen met een psychische kwetsbaarheid dan gebruikelijk was in de ggz. Dröes en Plooy (2010) noemen de volgende kenmerken van herstelondersteunende zorg (gebaseerd op Boevink e.a., 2009). De hulpverlener:

  • heeft een attitude van hoop en optimisme;
  • is present (aandachtig aanwezig);
  • gebruikt zijn professionele referentiekader op een terughoudende en bescheiden wijze;
  • maakt ruimte voor, ondersteunt het maken van en sluit aan bij het eigen verhaal van de cliënt;
  • herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment) zowel individueel als collectief;
  • erkent, benut en stimuleert de ontwikkeling van ervaringskennis van de cliënt;
  • erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen;
  • is gericht op het verlichten van lijden en het vergroten van eigen regie/autonomie.

Destigmatiserend werken is dus een voorwaarde voor herstelondersteunend werken. 

ERVARING INZETTEN VERMINDERT STIGMA

Een van de manieren waarop je destigmatiserend kunt werken, is door mensen in te zetten die zelf ervaring hebben met psychische kwetsbaarheid. Bijvoorbeeld onze ambassadeurs. Zij weten uit ervaring hoe het is om te maken te hebben met vooroordelen en zelfstigma, en wat wel en niet helpt bij herstel.

Kwalitatieve studies tonen aan dat mensen die door een ervaringsdeskundige begeleid worden meer eigenwaarde krijgen, meer sociale steun ervaren en sociaal beter functioneren. Ook ervaren zij meer empathie en krijgen zij het vertrouwen dat ze kunnen herstellen, wat meer hoop en minder (zelf)stigma oplevert. (Repper & Carter, 2011)