Door: Linda van der Kwast
“Gewoon doorgaan. Het gaat vanzelf wel weer over.” Woorden die ik als kind vaak heb gehoord. En wat ik volwassenen om mij heen veel heb zien doen. Dus ging ik als kind hetzelfde doen. Doorgaan. Niet meer voelen. Denken dat alles wat vervelend is vanzelf wel weer over gaat. Niet wetende dat ik op deze manier het kostbaarste zou verliezen: mijzelf.
VOLWASSENEN ALS REFERENTIEKADER
Voor ieder kind zijn de volwassenen om je heen jouw referentiekader. Met hun woorden en hun gedrag leren zij jou als kind wie en hoe je moet zijn. Het kan ook niet anders, je bent nieuw op deze wereld en hoe moet je anders weten hoe je moet reageren, wat je wel mag doen en wat je beter kunt laten. Het zijn je ouders, je grootouders, je juf en meester op school en je trainer en coach op de sport die je laten zien hoe je met die nieuwe situaties moet omgaan.
Ook ik heb als kind naar de grote mensen om mij heen gekeken. Nieuwsgierig volgde ik hen en leerde via hen over het leven. Ik leerde hoe, wanneer je iets eng vindt, je sterk moet zijn en doen alsof er niets aan de hand is. Wanneer iemand je pijn doet, je tranen moet inslikken en gewoon door moet gaan. Dat pesten en gepest worden normaal is en bij het leven hoort, want iedereen deed alsof er niets aan de hand was. Hoe belangrijk regels en procedures zijn en wanneer je wilt meedoen dat je daarin moet passen.
‘Maar als mijn gevoelens er niet mogen zijn, mag ik er dan wel zijn?’
Ik heb geleerd veel informatie in mijn hoofd op te slaan want dat was waar ik op getest zou worden. Maar vooral was er één hardnekkige gedachte die zich in mij vastzette en die door mijn omgeving iedere keer weer werd bevestigd: dat wanneer anderen mij pijn doen dat niet belangrijk is. Dat mijn gevoelens er niet mogen zijn. Maar als mijn gevoelens er niet mogen zijn, mag ik er dan wel zijn?
Ik werd een expert in mijzelf wegcijferen en meebewegen met anderen. Omdat ik mijn gevoel op jonge leeftijd volledig had uitgeschakeld beredeneerde ik alles met mijn hoofd. Tot het moment dat ik vastliep. In mijn werk en in mijn privéleven was ik over mijn grenzen gegaan en hoezeer ik alles met mijn hoofd probeerde te verklaren, ik kwam er niet meer uit hoe ik verder moest. Er was maar één ding wat mij restte: ik gaf het op. Achteraf was dat de meest gezonde beslissing die ik heb genomen want vanaf dat moment namen mijn emoties de regie weer over. Toen kwam ik erachter hoe weinig ik in de ruim dertig jaar ervoor had gevoeld. Maar ook… dat ik helemaal niet wist wat ik met al die emoties moest doen.
ONT-WIKKELEN
In de zeven jaar die volgden heb ik als volwassene opnieuw leren omgaan met mijn emoties. Hoewel…ik heb in die zeven jaar voornamelijk veel dingen afgeleerd.
‘Dat wanneer ik iets fout doe het niet hetzelfde is dat ik fout ben.’
Zoals niet meer mijn tranen inslikken als iemand mij pijn doet, maar voelen wat het met mij doet en voor mijzelf opkomen. Wanneer ik het moeilijk heb dat ik mij niet moet terugtrekken, maar bij de juiste mensen om hulp durf te vragen en màg vragen. Niet meer boos blijven bij elke tegenslag die ik tegenkom, maar voelen dat ik zoveel meer waard ben en daardoor de kracht vinden om weer op te staan en verder te gaan. Dat wanneer ik iets fout doe het niet hetzelfde is dat ik fout ben. Dat ik mij niet hoef te schamen en dat het alleen maar een leermoment is en niets zegt over mij.
Stuk voor stuk ben ik de oude ervaringen van mijn leven gaan bekijken en vooral heb ik ze doorvoeld. Ik ben boos geweest en heb weer kunnen huilen en pas toen kon ik mijn oude gedachten herzien en nieuwe, gezondere conclusies opdoen. Ik heb in die zeven jaar mijn stem weer teruggevonden, mijn kracht en vooral mijn eigenwaarde.
‘Wat had ik dat graag als kind willen leren en niet pas op mijn veertigste.’
Hoe sensitiever ik werd, hoe sterker en zelfstandiger ik mij begon te voelen. Toen begreep ik dat waarvoor ik mij had afgesloten als kind, en wat anderen als kwetsbaar en zwak hadden gezien, mijn grootste kracht was. Ik was al die tijd al in staat geweest om mijn leven te verbeteren. Het enige wat ik had hoeven doen was voelen. Wat had ik dat graag als kind willen leren en niet pas op mijn veertigste.
EEN NIEUW VERHAAL
Ik ben niet boos op wat er is gebeurd. Ik neem het niemand kwalijk. Ik ben het product van de generatie voor mij. Ook zij zijn het product van de generatie voor hen. Decennialang is ons verteld dat sensitief zijn zwak is. Dat het alleen iets is voor vrouwen. Dat het kwetsbaar is als je over je emoties praat of zelfs maar voelt. Wanneer we praten over boosheid, angst en schaamte hebben we het niet voor niets over ‘negatieve’ emoties. Dat is zo’n onzin. Er bestaan geen negatieve emoties. Dat wij iets lastig vinden betekent nog niet dat het slecht of negatief is. Elke emotie is een signaal dat ons iets wil vertellen. Dat iemand een grens is overgegaan, dat onze verwachting te hoog is gegrepen of dat we iets spannend vinden. Het zijn momenten waar we iets van kunnen leren, waarmee we onze overtuigingen kunnen onderzoeken en ons leven zelf kunnen verbeteren. We komen onszelf later weer tegen als we deze emoties wegdrukken.
‘Emoties zien als zwak, kwetsbaar en alleen voor vrouwen is een achterhaald verhaal.’
Emoties zien als zwak, kwetsbaar en alleen voor vrouwen is een achterhaald verhaal. We kunnen ons dit als samenleving niet meer veroorloven. Niet wanneer we mensen blijven verliezen omdat ze niet kunnen en mogen praten over wat ze voelen en geen enkele uitweg meer zien dan afscheid van hun leven te nemen (zelfdoding is doodsoorzaak nummer 1 in steeds meer landen vooral onder mannen). Niet wanneer er zoveel mensen zijn die niet kunnen voelen wat goed is voor hen en wat niet, met als gevolg burn-out raken of in ongezonde relaties terechtkomen. Niet wanneer er mensen zijn die zoveel pijn en boosheid hebben meegemaakt dat ze niet meer willen voelen en verharden. Niet wanneer er jongeren zijn die vrij willen zijn om het beste uit zichzelf te halen maar die ruimte niet krijgen en gebukt gaan onder stress en depressieve gevoelens.
Het is tijd dat we kinderen een ander verhaal vertellen.