Ambassadeurs

Kees: ‘Besef, je kwetsbaarheid is er áltijd’

‘Hoe opener je zelf bent, hoe meer je merkt hoe veelvoorkomend en wijdverspreid psychische kwetsbaarheden zijn.’ Ambassadeur Kees is communicatieprofessional in hart en nieren. Sinds vier jaar spreekt hij vaker openlijk over zijn paniekstoornis en merkt hoe lastig dat soms is.

‘Dat hele onderscheid normaal-niet normaal is raar’

‘Het is zo zonde dat een psychische aandoening vaak zo’n groot geheim is. Was dat niet zo, dan zou het minder zwaar zijn. Mensen zouden eerder hulp vragen en niet pas als je er niet meer uitkomt en het eigenlijk te laat is’, is Kees zijn overtuiging. Het helpt enorm als de maatschappij normaal doet over psychische aandoeningen: ‘Zie het niet als iets geks of extreem uitzonderlijks. Het is een menselijke ervaring waarmee velen te maken krijgen’, licht hij toe. ‘Dat hele onderscheid normaal-niet normaal is raar. Een psychische kwetsbaarheid kan je gewoon gebeuren.’

Tegelijkertijd geeft hij toe dat hij best wat zenuwachtig is voor dit gesprek en dat hier ook direct een pijnpunt zit: ‘Voorafgaand aan dit interview dacht ik: wat zeg ik wel en wat niet? Als ik open ben, wat zijn dan de gevolgen? Die afwegingen en bijbehorende twijfels vind ik eigenlijk heel irritant. Bij een hartkwaal heb je dat niet. Het komt denk ik omdat een psychische kwetsbaarheid veel meer gaat over jou als persoon en over hoe jij omgaat met andere mensen.’

ZONDER PILLEN

Kees legt uit hoe zijn paniekstoornis werkt: ‘Ik ben geen bang persoon, maar ik schrik bijvoorbeeld wel sneller dan gemiddeld. Ook ben ik altijd heel alert op mijn omgeving. Simpel gezegd kan die onrust onder bepaalde omstandigheden de macht overnemen. Wat ik dan voel is permanente paniek, in mijn lijf en in mijn hoofd. Een spiraal waar ik niet zomaar uitkom.’

De eerste keer dat Kees in die situatie terechtkwam was hij 25 jaar. Hij zat vlak voor zijn eindexamen journalistiek. Door een combinatie van factoren werd de druk te groot en viel Kees letterlijk om: ‘Ik zat te bibberen op mijn bed en durfde niets meer. Ik kon aanvankelijk nergens terecht. Het was in de jaren tachtig, het begrip ‘paniekstoornis’ bestond nog niet in de psychiatrie. Dat heette toen nog een angstneurose, die je te lijf moest zonder pillen en met heel veel praten.’

‘Ik dacht altijd: aan mij zal het niet liggen.’

SPIJKERHARDE LEEFREGEL

Het duurde jaren voordat Kees weer goed functioneerde. Het lukte hem om zijn studie af te maken: ‘Ik dacht altijd: aan mij zal het niet liggen. Ik wilde wat maken van mijn leven. Ik leerde veel over mezelf in de psychiatrie. Daar ben ik dankbaar voor. Maar ik hield die onrust. Na jaren therapie was ik er klaar mee. Ik wilde een echt leven, mijn eigen leven. Toen stelde ik mezelf een leefregel: ik doe alles wat ik zou doen als ik deze onrust niet had. Ongeacht hoe ik me daarbij voel: paniek of geen paniek.’ Het is een spijkerharde leefregel, die goed werkt én veel energie kost, vertelt hij.

Tien jaar na de eerste paniekaanval zou Kees alleen terugvliegen van Turkije naar Nederland: ‘Ik voelde me verschrikkelijk, had al dagen nauwelijks gegeten of geslapen. Maar ik kon nog net lopen, dus mijn leefregel bleef gelden: ik ging. Het bizarre was, voorbij de check-in was de paniek ineens helemaal verdwenen! Ik wist dat ik niet meer terug kon en dat het míjn keuze was. Ik was de baas. Toen voelde ik de onrust uit me wegstromen, geweldig. Achteraf begreep ik dat dit exposure heet: je blootstellen aan datgene waarvoor je bang bent en merken dat er niets misgaat als je het toch doet.’

ONTSTEKING

Daarna was Kees bijna twintig jaar klachtenvrij. Hij dacht oprecht dat de paniekstoornis tot het verleden behoorde. Helaas, dat bleek een misrekening. Vier jaar geleden dook de onrust weer op. Dit keer getriggerd door een neurale virusinfectie, die kan leiden tot dubbelzien en verward denken: ‘Dat geldt voor iedereen die hiermee te maken krijgt, maar voor mij bleek het net de verkeerde prikkel,’ aldus Kees. ‘Kortom, daar was de onrust weer. Ik herkende het gelijk, maar vond het volkomen onverklaarbaar en bedreigend. Ik had mijn leven op orde, een fijne relatie, een jong kind en leuk werk. Ik zag mezelf niet weer tien jaar worstelen met die aandoening, dus de wanhoop sloeg toe. Tot ik medicijnen kreeg. Antidepressiva. Dat blijkt de nieuwe behandelstandaard te zijn bij een paniekstoornis. Na een maand was ik klachtenvrij. Verbijsterend eigenlijk. Als ik dat op mijn 25ste had geweten… Sindsdien besef ik: de kwetsbaarheid is er altijd. Je moet er voortdurend rekening mee houden.’

Tegelijkertijd, als ik het niet doe, wie dan wel?’

COMFORTZONE

Kees zag twee jaar terug een oproep van Samen Sterk zonder Stigma en besloot ambassadeur te worden. Toch is het is voor hem nog wel zoeken, om open te zijn over zijn psychische kwetsbaarheid: ‘Ik ben daar wel strategisch in’, geeft hij toe. ‘Lichamelijke kwalen diskwalificeren je niet. Terwijl als ik vertel dat ik een paniekstoornis heb, dan is dat vaak nog lang een item, vooral bij de ander. Soms heb ik daar ook gewoon geen zin in.’ Behalve zijn ambassadeurschap werkt Kees nu ook een dag in de week voor Samen Sterk: ‘Af en toe is dat best wennen. Ik zet voor het eerst mijn ervaringen in binnen mijn werk. Dat is behoorlijk uit mijn comfortzone. Tegelijkertijd, als ik het niet doe, wie dan wel?’