Ambassadeur Ronald is schrijver en zorgt thuis voor het huishouden. Binnenkort verschijnt zijn achtste boek. Iets waarop hij trots is én waarbij ook zijn omgeving is gebaat: hij kan in zijn verhalen goed uitleggen hoe – bij hem – een persoonlijkheidsstoornis werkt.
Ooit begon Ronald op therapeutische basis met schrijven. Hij hield dagboeken bij en zijn therapeut stimuleerde hem deze te laten uitgeven: ‘Ik beschreef mijn aandoening volgens hem zo helder en toegankelijk, dat hij echt met me kon meevoelen’, licht Ronald toe. ‘Bij mijn boekpresentaties hoor ik dat ook. Ik verpak het toch moeilijke onderwerp bijvoorbeeld in een spannende detective. Na afloop van de presentatie kwam een jongen met zelf een persoonlijkheidsstoornis naar me toe. Hij zei dat hij nu voor het eerst écht begreep wat het inhield. Al die jaren was het hem technisch uitgelegd.’ Veel personages in Ronalds nieuwste boek ‘De tranen van de Eenhoorn’ hebben een psychische kwetsbaarheid: ‘In het begin denk je: wat doen ze raar!’, vertelt hij, ‘maar gaandeweg het verhaal ga je hun gedrag en de boodschap begrijpen.’
‘Je ontdekt wanneer het nou eigenlijk fout gaat’
EXPERIMENTEREN
Circa vijf jaar terug verwees Ronalds huisarts hem met spoed naar de ggz. Ronalds familie en omgeving reageerde gelukkig heel begripvol. Zij hadden al langer door dat het niet meer ging en grepen in. Tot dan had Ronald altijd de schijn opgehouden: ‘Ik dacht zelf dat ik hartstikke gek was, maar had zoveel manieren gevonden om maar door te gaan. Een meester was ik in het net doen alsof er niets aan de hand was. Ik cijferde mezelf volledig weg. Als ik maar voldeed aan wat iedereen van me verwachtte. Dat ging natuurlijk niet. Uiteindelijk was ik de hele dag bezig met overleven. Ik probeerde alles: situaties mijden, alcoholmisbruik, experimenteren met giftige kruiden. Om me maar even één moment goed te voelen.’
Na de eerste intake bij de ggz, belandde hij in de molen om te kijken wat er scheelde. Wat direct hielp was een therapie die je leert wat je valkuilen zijn en welke gemoedstoestanden daarbij horen: ‘Je ontdekt wanneer het nou eigenlijk fout gaat. Toen pas werd het tastbaar voor mezelf en dat maakte me gelijk minder angstig. Tot die tijd voelde het alsof ik was overgeleverd aan mijn hoofd waarin van alles gebeurde wat ik niet begreep.’
‘Natuurlijk moet ik oppassen en vooral goed naar mezelf luisteren.’
SIGNALERINGSPLAN
De combinatie van therapie, veel gesprekken, medicijnen en de steun van zijn omgeving, maakt dat Ronald nu vindt dat hij een ‘normaal’ leven leidt: ‘Natuurlijk moet ik oppassen en vooral goed naar mezelf luisteren. Anders spelen de klachten weer op. Ik vraag me steeds opnieuw af of ik de dingen die ik doe, écht zelf wil. Ik heb een signaleringsplan opgesteld dat houvast geeft. Een dag is verdeeld in blokken van zes uur en heeft kleuren voor de gemoedstoestanden: geel voor ‘goed’, oranje voor ‘pas op, rustig aan’ en rood voor ‘gevarenzone, pas op de plaats’. Teveel doen kan doorschieten naar de depressiekant of juist zorgen dat ik heel onrustig raak en maar door raas.’
Daarnaast is het volgens Ronald ook een kwestie van accepteren dat hij sommige dingen gewoon niet kan: ‘Ik wil elke avond wel een presentatie geven voor Samen Sterk zonder Stigma, zo leuk vind ik het! Maar dat gaat niet. Ik moet daarna bijkomen, ook al zie je het niet aan me als je me niet of oppervlakkig kent. Meteen het grootste vooroordeel dat er bestaat, maar ik hoor het vaak. Daardoor verdedig je jezelf constant, waarom je bent zoals je bent en sommige dingen niet kunt. En nee, als mijn depressieve kant opspeelt of ik juist door het huis stuiter vanwege teveel onrust, zie je me ook niet. Dan trek ik me terug.’
‘Ik was de hele dag bezig met overleven’
AANDACHT TEKORT
Toen Ronald met zichzelf aan de slag ging, was hij vrij snel open over zijn psychische kwetsbaarheid: ‘Ik merkte dat hoe meer ik er over sprak, hoe beter het met me ging na zo lang alles binnen te hebben gehouden. Soms is het wel vreemd, want mensen weten door mijn boeken hele diepe dingen over mij en ik niets over hen. Je hebt verschillende categorieën mensen: zij die op hun beurt ook open zijn, degenen die me ineens een beetje eng vinden en een groep die denkt dat ik aandacht tekort kom!’, voegt hij lachend toe. Toch was het aanvankelijk best lastig om een uitgever en recensenten te vinden die hem serieus namen. Desondanks heeft dit proces Ronald wel geholpen in zijn herstelproces: ‘Ik moest mezelf verkopen en dus ineens voor mezelf opkomen. Vroeger legde ik mezelf een standaard op die ik nooit kon halen. Daardoor dacht ik altijd dat ik er niet toe deed. Ook niet als anderen zeiden dat ik iets wel goed had gedaan, dat bestond gewoon niet. Nu wel!’
ONWETENDHEID
In 2013 ging Ronald op zoek naar hoe hij anderen kon helpen. Zijn re-integratiecoach wees hem op Samen Sterk zonder Stigma. Dat sprak Ronald aan en hij meldde zich: ‘Ik wil niet dat mijn herstelproces eindigt bij mij. Ik merk hoe goed het is om open te kunnen zijn, dat gun ik anderen ook. Iedereen is uniek en verdient een leven dat bij hem of haar past. Dat kan alleen als de maatschappij mensen met psychische aandoeningen accepteert. Daarvoor is zoveel mogelijk kennis nodig, want de meeste vooroordelen bestaan door onwetendheid. Afwijkend gedrag is oké, als je elkaar begrijpt, weet waar het vandaan komt. Openheid en verhalen zijn daarvoor nodig. Er is nog veel werk te verzetten!’